Geboren in Utrecht (1-1-1953) groeide ik op in een protestants middenstandsgezin in Driebergen. Mijn ouders hadden een slagerswinkel. Op zaterdag bracht ik vlees rond, hielp mee de winkel schoon te maken en ‘het erf’ aan te harken voor het weekend. Mijn vader was de slagersvakman, mijn moeder de zakenvrouw. Later zette mijn oudste broer met mijn vader een supermarktketen op in het midden van het land.

Ik werd gestimuleerd om door te leren, als eerste, en enige van vier broers, in ons gezin. Ik ging naar het Revius Lyceum in Doorn en deed daar Gymnasium Bèta. Ik wilde dierenarts worden, maar na uitloting ging ik Zoötechniek studeren in Wageningen. Daar bleef ik ondanks dat ik toch alsnog diergeneeskunde kon komen doen. Studeren ging mij goed af, dat vond ik leuk.

Na mijn studie bleef ik lange tijd in Wageningen werken, zoals u kunt lezen bij ‘werkervaring’. Ik trouwde er met Sandra, en samen kregen we twee kinderen, een dochter en een zoon, en inmiddels vijf kleinkinderen.

Ik zou mezelf als volgt willen omschrijven:
– een gestructureerd denker, in staat problemen van meerdere kanten te benaderen, om ook ‘de andere kant’ te laten zien, op innovatie gericht
– een mensgerichte analist, scherp in de analyse en empathisch in de uitvoering;
– een leider, ondernemer en doorzetter;
– een generalist, met overwicht, ervaren, werkend vanuit gezag, graag het geheel overziend;
– een Bèta van origine, met sensitiviteit voor persoon, team en (politiek strategische) context.